Digitaal toegankelijke videocontent laten maken: de webrichtlijnen van de WCAG uitgelegd
Joost
Iedereen die weleens een bedrijfsvideo, video voor interne communicatie of andere soort video heeft laten maken, weet hoeveel er bij dit proces komt kijken. We werken een idee uit tot een script en shotlist, plannen een filmdag in en bewerken de video zodat die volledig bij jouw organisatie past.
Omdat er nogal veel komt kijken bij het maken van een video, wil je natuurlijk dat zoveel mogelijk mensen de video kunnen zien. Waarom zou je dan 3,5 miljoen Nederlands uitsluiten?
Wanneer geen rekening wordt gehouden met digitale toegankelijkheid, loop je het risico dat de video (gedeeltelijk) niet toegankelijk is voor mensen met een functiebeperking. In dit artikel geeft Objektiv tips voor het digitaal toegankelijk maken én insluiten van videocontent.
Het belang van digitaal toegankelijke video’s
De groep Nederlanders die baat kan hebben bij digitaal toegankelijke video’s is rond de 3,5 miljoen. De inhoud van ontoegankelijke video’s kan hierdoor niet te begrijpen zijn voor een deel van deze groep. Door tijdens het monteren en het plaatsen van de video aan digitale toegankelijkheid te denken, krijgt deze groep ook toegang tot de informatie uit de video.
Dit is niet alleen een hele inclusieve manier van content produceren, het is voor sommige organisaties ook verplicht. Voor (semi-)overheidsorganisaties geldt sinds het besluit digitale toegankelijkheid overheid dat websites, apps en content digitaal toegankelijk moeten zijn.
Objektiv helpt organisaties daarom bij het produceren van digitaal toegankelijke content. Via de webrichtlijnen rondom digitale content (WCAG) kunnen ook video’s getest worden op de mate waarin deze toegankelijk zijn. Hieronder worden veelgemaakte fouten besproken per onderdeel van de WCAG en geven we oplossingen. Direct aan de slag met toegankelijke content? Neem dan vrijblijvend contact op met Objektiv.
Uitzonderingen voor wetgeving rondom digitaal toegankelijke content
Goed om te weten, er geldt een uitzondering voor videocontent die voor 23 september 2020 op een website of app is gepubliceerd. De wet- en regelgeving geldt dus alleen voor video’s vanaf 23 september 2020. Ook geldt een uitzondering voor live uitgezonden video’s, zoals livestreams en webinars. Pas wanneer live uitzendingen online worden gezet, hoeven ze te voldoen aan de richtlijnen van de WCAG.
Digitaal toegankelijke video’s op je website
Websites en apps worden in een audit gecontroleerd op digitale toegankelijkheid. Dit heeft betrekking op de techniek van een website en de content zelf. Bij het toegankelijk maken van een website kan ontoegankelijke video kan een organisatie veel werk opleveren. Het is daarom goed om bij het maken van de video de onderstaande punten mee te nemen.
Toegankelijke video voor doven en slechthorenden
De basisregel van toegankelijke videocontent, is dat alle informatie op meerdere manieren beschikbaar moet zijn. Een goed voorbeeld hiervan is gesproken tekst. Wanneer een of meerdere mensen in een video spreken, moet deze informatie ook voor doven en slechthorende toegankelijk zijn.
Ondertiteling is een goede en bekende manier om hen van de informatie te voorzien. Er zijn meerdere manieren om een video van ondertiteling te voorzien. De tekst kan bijvoorbeeld in de video zelf geplakt worden, zodat deze altijd zichtbaar is. Let er in dit geval op dat de ondertiteling genoeg contrasteert met de achtergrond.
Maar, de ondertiteling kan ook als SRT-bestand geüpload worden naar de videospeler, zoals YouTube of Vimeo. Via deze mogelijkheid kunnen bezoekers zelf bepalen of ze de ondertiteling willen zien. Ook is het op deze manier mogelijk om meerdere talen toe te voegen.
Beide manieren zijn voldoende om aan WCAG richtlijn 1.2.1 te voldoen. Sommige videospelers, zoals YouTube, bieden de mogelijkheid aan om een automatisch gegenereerde ondertiteling toe te voegen. Omdat deze ondertiteling vaak vol fouten zit, is dit niet voldoende om aan 1.2.1 te voldoen.
Gerelateerde succescriteria van de WCAG:
- 1.2.1
- 1.4.3
Video’s voorzien van gebarentaal
Ondertiteling is niet voor alle doven en slechthorenden de beste manier om informatie te krijgen. Voor een deel van deze groep is gebarentaal de moedertaal. Daarom krijgen zij liever informatie in deze taal, in plaats van geschreven Nederlands.
Daarnaast kan een gebarentolk meer informatie overbrengen dan geschreven tekst. In gebarentaal kan nadruk gelegd worden op hoe iemand iets zegt en waar de klemtoon op ligt.
In Nederland gebruiken zo’n 30.000 mensen gebarentaal. Sinds de persconferenties over corona in 2020 is er landelijk meer bewustzijn rondom gebarentaal bij videocontent. In de onderstaande video zie je een voorbeeld van een livestream mét gebarentolk die Objektiv mocht organiseren.
Het artikel gaat verder na deze video
Voorbeeld van een livestream met gebarentolk
Een uitgeschreven versie van de video
Voor het toevoegen van ondertiteling heb je een uitgeschreven versie van de gesproken tekst nodig. Als je deze tekst toch al hebt, is het toevoegen van een transcript een kleine moeite. Een transcript bevat alle gesproken tekst in één bestand of pagina. Door het aanbieden van een transcript voldoet je website of app aan richtlijn 1.2.3.
Het voordeel van een transcript is dat bezoekers de informatie op hun eigen tempo kunnen lezen. Ook kan assisterende software, zoals een schermlezer, de tekst oplezen aan blinden en slechtzienden. Een bijkomend voordeel van een transcript, is dat de tekst ook toegankelijk is voor zoekmachines. Hierdoor zal de pagina beter gevonden worden in Google, wat de SEO van je website verbetert.
Je kan ervoor kiezen om het transcript op dezelfde pagina als de video te plaatsen, of deze juist op een andere pagina weer te geven. Als je boven de video linkt naar het transcript, is dit voldoende.
Gerelateerde succescriteria van de WCAG:
- 1.2.3
- 1.2.3
Toegankelijke video voor blinden en slechtzienden
Het aanbieden van extra visuele informatie, zoals ondertiteling en een transcript, helpt bezoekers met een visuele functiebeperking. Maar, bezoekers met een auditieve beperking kan je op een andere manier helpen.
Deze groep krijgt visuele informatie namelijk niet mee. Denk hierbij aan de naam en functie van iemand die aan het woord is, of tekstuele toelichting in een animatie. Om deze informatie ook voor deze groep toegankelijk te maken, werken we een audiodescriptie uit.
De naam zegt het al, in een audiodescriptie beschrijft een voice over wat er visueel in beeld is. Dit kan in dezelfde video geplaatst worden, of in een andere video en videospeler. Objektiv denkt graag met je mee om te bepalen wat de beste mogelijkheid voor jouw video is.
Gerelateerde succescriteria van de WCAG:
- 1.2.3
- 1.2.5
Basisprincipes insluiten toegankelijke video’s
De bovenstaande punten liggen vaak het meest voor de hand bij het toegankelijk maken van videocontent. Toch zijn er een aantal minder bekende punten die video ontoegankelijk kunnen maken.
Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om boven een video een korte beschrijving te geven van de inhoud van de video. Voor mensen zonder visuele functiebeperking is de thumbnail van een video vaak voldoende om deze inschatting te kunnen maken. Voor blinden en slechtzienden is een korte tekstuele beschrijving van de video enorm waardevol.
Daarnaast moet je bij het monteren van digitaal toegankelijke videocontent rekening houden met flitsende beelden. Volgens WCAG 2.3.1 mag een video niet meer dan drie flitsen per seconde bevatten. Voor mensen met lichtgevoeligheid kan een hogere flitsfrequentie voor problemen zorgen.
Gerelateerde succescriteria van de WCAG:
- 1.3.1
- 2.3.1
Video’s op een toegankelijke manier insluiten
De video is maar zo toegankelijk als de omgeving waarin deze is ingesloten. Je kan alle bovenstaande punten meenemen in het montageproces van een video, maar je hebt hier niets aan als een bezoeker van je website deze niet kan afspelen. Onderstaande punten helpen om een video op een toegankelijke manier in te sluiten (weer te geven) op je website.
Er zijn meerdere manieren om een video weer te geven op een website. Je kan ervoor kiezen om de video direct naar je website te uploaden en deze vanaf daar te laden. Zo ben je niet afhankelijk van externe partijen. Een nadeel is dat dit veel vraagt van de webruimte van je website.
Het is daarom gebruikelijk om de video te uploaden naar YouTube, Vimeo of een alternatief en deze in te sluiten op je website middels een iFrame. Hierbij zijn er een aantal punten waar je rekening mee moet houden:
- iFrames moeten altijd van een toegankelijke naam worden voorzien.
- De videospeler mag niet met een enkel teken sneltoets geactiveerd worden.
- De knoppen van de videospeler (play, pause, volume etc) moeten genoeg contrasteren en van toegankelijke labels zijn voorzien.
- De video mag niet automatisch afgespeeld worden.
Gerelateerde succescriteria van de WCAG:
- 1.4.1
- 1.4.11
- 2.1.4
- 4.1.2
Digitaal toegankelijke videocontent maken
Ook bij toegankelijke video’s geldt: een goed begin is het halve werk. Als je de webrichtlijnen van de WCAG vanuit het begin meeneemt, zijn de extra werkzaamheden voor toegankelijke videocontent beperkt.
Objektiv helpt jouw organisatie graag om toegankelijke video, animaties, podcasts en webinars te organiseren. Plan een vrijblijvende intake via onze contactpagina voor meer informatie.
Gratis intake toegankelijke video
Vrijblijvend meer informatie over toegankelijke videocontent? Objektiv is jouw partner voor digitaal toegankelijke videoproducties, bedrijfsvideo’s of ander soorten videocontent?
We helpen je natuurlijk bij ieder aspect van de productie, maar misschien zijn er al een aantal onderdelen uitgedacht.
*Alleen de velden met een * zijn verplicht, de overige velden helpen ons om inzicht te krijgen in het project.